Jezelf omtrekken met stoepkrijt op de straat en dan inkleuren met krijt of versieren met materialen uit de natuur, ogen van eikeltjes, takjes als botten etc. 

Jezelf omtrekken op een groot vel (behangpapier, katonnen doos) en dan inkleuren, verven, beplakken met lapjes stof etc. 

Een prachtige pop: Lien.
Alle lichaamsdelen zitten aan elkaar geplakt met klittenband. Daardoor kan alles los en kunnen lichaamsdelen steeds met een spelletjes benoemd worden:
Waar horen de armen?
Zit alles op de goede plek?

Om de nek van de pop hangt een koord met de letter l. Dat is de letter die wordt aangeleerd.

Voelspel 1: Leg allemaal kledingstukken neer en laat een kind met een blinddoek voor, voelen welk kledingstuk het is.

Voelspel 2: Ga tegenover elkaar staan en pakt de hand van je kind en laat een een lichaamsdeel bv. hand voelen. Vraag uw kind om te benoemen hoe het eruit ziet. Bij de hand 'ik voel een hand, met 5 vingers, nagels, ring, warom of koud?'. 

Welk proefje doe jij?

Kunnen jullie ook een skelet van kapla maken?

Onderzoek zelf wat bloed is en waar bloed uit bestaat met dit leuke experiment!

Leer over de pezen in je hand en maak je eigen hand!

Wat zie je allemaal? Wat komen de mensen doen? Hoe weet je dat? Waarom denk je dat? Wie zou de dokter zijn? Wanneer ga je naar de dokter?  enz.

Volgorde van gebeurtenissen: je gaat je aankleden, wat doe je dan het eerst aan en wat daarna? Wat doe je het laatst aan? Leg allemaal kledingstukken neer in de kring om als voorbeeld te dienen en leg deze dan op de volgorde zoals de kinderen het zeggen. Is dit de goede volgorde?